(december 2020)
‘Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.’ (Lucas 2: 19)
Het is nu de tijd van Advent, waarin we uitzien naar Kerst, het feest van de geboorte van Jezus. Advent is een tijd van verwachting en hoop, en ook een tijd van inkeer en bezinning. Het is een periode om ons bewust te worden van onze eigen kwetsbaarheid en ook van het donker in ons eigen leven en in de wereld. Maar ook om vanuit dat donker uit te zien naar het licht. Daarvoor is een houding van openheid en verwachting belangrijk.
In die zin is Advent als het leven zelf. Want ook in ons leven van alledag is het steeds weer nodig om uit te blijven zien naar het licht, naar God. We maken in ons leven van alles mee, soms ook het donker van verdriet en eenzaamheid. En deze tijd van corona maakt het nog extra moeilijk. Hoe kun je dan weer verder en hoop houden? Het is belangrijk om op zo’n moment tijd te nemen voor rust en bezinning, om ‘de reis naar binnen te maken’.
‘De langste reis is de reis naar binnen.’ Woorden in het dagboek van Dag Hammerskjold, jarenlang secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Een man die besefte dat er geen vrede in de wereld kon zijn zonder innerlijke vrede in de mens. Hij reisde over de hele wereld, maar ondernam ook de reis naar binnen. Dat is niet alleen de langste reis – ze is soms ook heel pijnlijk. Diep in ons binnenste zitten vaak wonden, pijnlijke herinneringen, schaamte en angst. Het is niet altijd eenvoudig om jezelf onder ogen te komen. Soms willen we liever vluchten: vluchten in ons werk, in de drukte, of in een of andere verslaving. Aan de buitenkant is zelden te zien wat er in ons leeft. Zo zien we nu in onze maatschappij veel onrust door de corona-maatregelen en complottheorieën, ook een uiting van innerlijke onzekerheid.
Maar er kan een moment komen waarop vluchten niet meer mogelijk is. De reis naar binnen moet dan ondernomen worden, we moeten diep in ons eigen hart kijken. En daar komen we ook het donker en het verdriet tegen. Maar juist daar kan ook een nieuwe geboorte plaatsvinden.
God laat zich zien als warmte en licht in de kou en het donker. We kunnen de muur die we om onszelf heen hebben gebouwd afbreken, als wij mensen ontmoeten die veiligheid en vertrouwen uitstralen. Door die mensen kunnen we vernieuwd worden, herboren. Onze wonden genezen niet zomaar. Het is nodig vertrouwen te geven en te ontvangen. De reis naar binnen is de langste reis, maar wie die reis waagt kan opnieuw geboren worden. Kerst is het feest van God die aan het licht komt in een menselijk gezicht, in Jezus. En het licht van God kan ook in onszelf worden geboren. In alles wat we meemaken, ook in de moeilijke dingen, kunnen wij een nieuwe geboorte ervaren, kan het licht doorbreken, waardoor we een ander mens worden. Zoals ook Maria in haar hart bezig was met het bijzondere dat ze meemaakte.
Doordat we het licht in onszelf voelen, kunnen we het ook weer doorgeven aan anderen. Kunnen we ook openstaan voor wat een ander bezighoudt en meemaakt en kunnen we de ervaringen met elkaar delen. Zo kunnen we een licht zijn voor elkaar en elkaar aan het licht brengen.
Juist in deze tijd van onzekerheid en angst zien we extra veel en extra vroeg lichtjes branden in de huizen en de straten. Maar nog belangrijk is het innerlijke licht. Hopelijk kan in deze tijd het licht van God in ons eigen hart geboren worden, zodat we onze angst kunnen overwinnen. Pastor Marinus van den Berg schreef daarover een mooi gebed voor de Kerstnacht:
Aanvaard onze angst,
onze angst niemand te zijn,
onze angst dat ons leven
uitloopt op niets.
Aanvaard onze angst,
onze angst niet bemind
en aanvaard te worden;
onze angst om vergeten
en verworpen te worden.
U roepen wij aan,
tegen onze angst in.
U roepen wij aan,
hopend op gehoor,
hopend op een teken van licht,
hopend op een hand
die niet laat vallen
maar ons opvangt
Kom met uw Licht
in een menselijk gezicht.
Schep een weg
door onze angst heen,
dat wij leven kunnen
naar U toe,
verborgen Geheim in ons.