(augustus 2015)
We staan aan het begin van een nieuw kerkelijk seizoen. Als gemeente gaan we weer samen onderweg. Daarbij denken we aan wat er achter ons ligt, en het afgelopen seizoen was een bewogen periode. Maar tegelijk gaan we ook verder, maken we weer een nieuwe start. Het onderweg zijn is een beeld dat past bij ons leven en ook bij ons geloof. Christenen werden in het vroege christendom dan ook ‘mensen van de weg’ genoemd, omdat ze de weg van Jezus gingen.
In beweging
In onze tijd is in beweging komen heel belangrijk. Het is goed voor onze gezondheid en onze geest. Voor mij is fietsen een hobby, buiten in de natuur en ook in de sportschool. Sporten helpt me om me te ontspannen en mijn hoofd leeg te maken. Voor een ander is dat misschien wandelen of hardlopen of nog iets anders. In beweging komen kan tegelijk een meditatief gebeuren zijn, je staat stil bij het leven en waar het ten diepste om gaat. Je kunt dichter bij jezelf en bij God komen.
Pelgrimage
Zo’n meditatieve vorm van beweging zien we ook in een pelgrimage. Deze pelgrimages zijn populairder dan ooit. Sommigen lopen het Pieterpad, anderen gaan naar Rome of Lourdes. Jaarlijks lopen alleen al naar Santiago de Compostella zo’n 200.000 pelgrims. Ook al heeft de kerk voor velen afgedaan, de mens blijft op zoek naar zichzelf en naar een hogere macht, naar God. Pelgrims zijn per definitie mensen onderweg.
Begin van dit jaar had het blad Volzin een special over het thema ‘Mensen onderweg’. Daarin wordt vermeld dat de Wereldraad van Kerken heeft opgeroepen de komende jaren aandacht te besteden aan het thema ‘pelgrimage’.
Bestemming
Vaak wordt gezegd dat de reis als zodanig belangrijker is dan de reisbestemming. Toch blijken de meeste hedendaagse pelgrims wel degelijk een reisdoel voor ogen te hebben. De reis naar buiten is voor de meeste mensen ook de weg naar binnen. Ethicus Frits de Lange schreef er een meditatie over: ‘De reis die je bent’. Daarin staat: “Voor de pelgrim is het leven geen project, maar een traject. Onderweg zijn naar God, onderweg zijn naar jezelf. Je bent niet óp reis, je bent zelf de reis. Dat ben jij, dat is je identiteit. Je weet niet wat je onderweg allemaal kan overkomen. Wie je zult ontmoeten, met wie je samen op gaat reizen. Hoe al die ervaringen je zullen veranderen. Je weet niet wie jij uiteindelijk zult worden. Je weet niet wie God uiteindelijk zal zijn”. Dat is dus het doel: dat je zelf onderweg bent, naar jezelf toe, naar God toe.
Thuiskomen
En onderweg zijn doet iets met je. Frits de Lange heeft het in zijn meditatie over pelgrimage als ‘thuiskomen’. Maar dan in een ander thuis dan van waar je bent vertrokken. Want onderweg verander je als mens. Je gaat als het ware terug naar de oorsprong van je bestaan. Het is een moment van bezinning, waarbij je stilstaat bij je eigen weg door het leven. Daarbij kunnen ook teleurstelling, verdriet, woede naar boven komen. Maar tegelijk wordt je je bewust van wat je dankbaar maakt en blij. Het is een weg van loslaten en vasthouden. Dit onderweg zijn kan je helpen te accepteren wat er is, wie je bent. Hier en nu. Er kan ruimte ontstaan, je kunt opnieuw geïnspireerd worden door God.
Abraham
Een mooi verhaal in de bijbel over op weg gaan is het verhaal over Abraham. Hij ging op weg, in vertrouwen op God, zonder te weten waar hij zou komen. Hij liet zijn oude leven achter zich om een ander mens te worden.
Zo zijn wij ook onderweg, in ons eigen leven, in ons geloof en ook als gemeente.
Onderweg naar ons zelf toe, onderweg naar God toe. Onderweg kan er van alles gebeuren en kunnen we elkaar ontmoeten. En we moeten misschien ook dingen loslaten om ruimte te maken. Om ons opnieuw te laten raken door God.
Gaan wij met elkaar de weg naar binnen, naar onszelf en naar God toe?