(mei 2015)
In onze tijd zijn steeds minder mensen bij een kerk betrokken. En als ze nog wel lid zijn, dan zijn ze lang niet altijd actief. Ook in onze gemeente en in ons dorp zien we dat. De afgelopen jaren zijn er al heel wat onderzoeken naar gedaan. Waar hebben deze ontwikkelingen mee te maken? En wat is belangrijk in deze tijd?
Huidig levensgevoel
Vergeleken met vroeger is er erg veel veranderd. Voorheen hoorden mensen bij een bepaalde groep en als je christen was, ging je naar de kerk. Daar ontmoette je elkaar en deed je mee aan activiteiten. Maar in onze tijd zijn er erg veel bezigheden waar mensen elkaar ontmoeten: bij de sport, andere hobby’s, uitstapjes, muziek en zang enzovoorts. Daar is de kerk niet meer voor nodig. Daarnaast hebben mensen het erg druk gekregen door al die activiteiten naast het werk, terwijl vaak beide partners werken. Het weekend is nu de tijd om uit te rusten en te ontspannen en tijd te nemen voor jezelf, je gezin, familie en vrienden. En nu zijn ook nog vaak de winkels open, zodat er minder onderscheid is tussen de doordeweekse dagen en de zondag.
Individualisering
Ook is er veel meer accent komen te liggen op onszelf als individu. Onze eigen ontwikkeling staat centraal, het gaat erom wat voor onszelf belangrijk is en waar we behoefte aan hebben. Dat geldt ook voor het geloof. Mensen zijn op hun eigen manier vaak wel met zingeving en geloof bezig, maar hebben minder de behoefte om dat met anderen te delen en te vieren. Er zijn ook mensen die dat nog wel hebben, die juist op zoek zijn naar een gezamenlijke beleving in kerkdiensten en bijeenkomsten met veel mensen. Maar heel veel anderen hebben die behoefte niet of zoeken meer een kleinere groep, waar ze echt zichzelf kunnen zijn en ze gekend en gerespecteerd worden.
Verscheidenheid
Ook de verscheidenheid speelt een belangrijke rol. Mensen zijn zo verschillend dat nooit iedereen zich helemaal thuis voelt in een kerk of kerkdienst. Het is dan heel belangrijk dat er goed wordt omgegaan met de verschillen en dat mensen ook ruimte ervaren voor hun eigen visie en beleving. Daarom gebeurt het ook vaak dat mensen teleurgesteld raken in de kerk, omdat ze er niet vinden wat ze zoeken, ze niet zichzelf kunnen zijn of omdat ze de openheid en warmte missen.
Flexibel geloven
Mensen gaan tegenwoordig zelf op zoek naar wat hen aanspreekt, naar inspiratie. Waarbij de grenzen tussen religies ook vervagen, in die zin dat mensen ook in andere religies of visies elementen vinden die hen aanspreken. Dat wordt soms negatief beschreven als een soort supermarktgeloof, want je kiest wat je zelf kunt gebruiken. Maar de andere kant is dat mensen er wel heel bewust mee bezig zijn en echt op zoek zijn naar zingeving, naar God. Daar is kortgeleden een boeiend boek over geschreven door Manuela Kalsky en Frieda Pruim met de titel ‘Flexibel geloven’. Zij interviewden mensen die ieder op hun eigen manier verschillende religieuze tradities met elkaar verbinden. Deze verhalen nodigen uit om over zingeving en geloof in de 21e eeuw na te denken.
Uitdaging
Wat betekent dit nu allemaal? Vorige week schreef de theoloog Jean Jacques Suurmond in dagblad Trouw dat de kerk discrimineert tussen ‘gelovigen’ en ‘ongelovigen’, terwijl God niet discrimineert. Ik denk dat het een uitdaging is om als kerk open te staan voor mensen die minder actief betrokken zijn, die het niet zo zeker weten, die op zoek zijn naar inspiratie, naar zingeving, naar de aanwezigheid van God. Er zou een goede balans moeten zijn tussen individuele inbreng en gezamenlijk vieren en ontmoeten. Met ruimte voor vragen en gesprek, voor bezinning en meditatie. Op deze manier heeft de kerk betekenis voor mensen van vandaag, en kan een ieder op zijn of haar eigen manier meedoen.