Preek – laatste keer

ZONDAG 13 OKTOBER 2024 OM 9.30 UUR IN OUDWOUDE
Vijfde zondag van de herfst, aftreden en (her)bevestiging van ambtsdragers

De dienst is te volgen via: https://www.kerkomroep.nl/#/kerken/11138

Thema: ‘Dienende liefde’

Lezingen uit de Bijbel: Marcus 10: 32-45

Beste jongeren en ouderen,
samen gemeente van Jezus Christus,

Graag de beste zijn, de belangrijkste, dat willen we allemaal wel.
In ons werk, in onze andere bezigheden gaat het daar vaak om: Dat je opvalt door je prestaties, doordat je uitblinkt in wat je doet.
Een goede naam en positie zijn in onze maatschappij heel belangrijk, dan tel je pas echt mee.
We doen dan ook meestal ons best om goed te scoren.
Wat dat betreft lijken we wel op Jakobus en Johannes.
Terwijl Jezus zich voorbereidt op het lijden dat zal komen, zijn zij bezig met de vraag wie de beste plaats krijgt.
Ze willen alvast een plaatsje reserveren.
Natuurlijk is je best doen heel belangrijk, ook in het geloof en in de kerk.
Zo hebben jullie, Oebele en Trijntje, enorm jullie best gedaan voor de gemeente hier.
Jullie hebben heel veel werk verzet, als ouderling-kerkrentmeester, en als ouderling-scriba.
Daardoor hebben jullie veel betekend en daaropen mogen jullie ook trots zijn.
En wij zijn jullie daar heel dankbaar voor.
Nu mogen jullie ook gaan genieten van de rust dat het niet meer hoeft en genieten veel andere, mooie dingen die er zijn, van lieve mensen om jullie heen.
En jullie, Attie en Jacomien, willen jullie blijven inzetten, en jullie, Sonja en Johanna, willen samen als ouderlingen jullie best gaan doen voor de gemeente.
Dat is heel mooi en belangrijk, maar je hoeft niet altijd de beste te zijn en alleen gericht te zijn op je eigen eer en positie, juist niet.
In de kerk kun je juist iets betekenen voor anderen en voor God.
Dat kunnen wij allemaal als gemeenteleden, niet alleen de ambtsdragers.
In het verhaal uit het evangelie dat we hebben gehoord lopen de emoties hoog op.
Jezus is met zijn leerlingen onderweg naar Jeruzalem.
En de leerlingen zijn ongerust, en de mensen die hem volgen bang.
Jezus neemt zijn leerlingen apart en vertelt dat de mensenzoon, dat is hijzelf, met lijden, bespotting, veroordeling en dood te maken zal krijgen.
Maar na drie dagen zal hij opstaan.
Dit is de derde keer dat Jezus hierover spreekt.
Nu zullen de leerlingen toch wel begrijpen waar het om gaat.
Maar nee, Jakobus en Johannes lijken niet geluisterd te hebben.
Na de woorden van Jezus komen ze met een verzoek dat volkomen misplaatst lijkt.
Zij gaan aan het lijden voorbij en hebben het over de tijd wanneer Jezus heerst in glorie en ze vragen om de beste plaatsen, links en rechts van Jezus.
Maar dat de weg naar die glorie, naar het Koninkrijk van God, door de diepte en het lijden heengaat, dat is helemaal bij hen langs gegaan.
Zij willen alleen de mooie kant van het volgen van Jezus zien, maar niet dat het ook iets van henzelf vraagt en dat het henzelf ook pijn kan doen, dat ze met verzet en tegenwerking te maken kunnen krijgen.
Misschien kunnen we ons daarin wel herkennen, ook al is het nu anders: dat we hopen dat het geloof ons veel goeds oplevert.
En gelukkig doet het dat vaak ook.
Maar soms, als we moeilijke dingen meemaken in ons leven, roept het geloof veel vragen op.
Waarom overkomt mij dit? Waar is God nu?
Het lijden kan ons zomaar overvallen.
Terwijl je volop in het leven staat, krijg je soms te maken met ziekte, van jezelf of van iemand die je lief is.
Of zomaar ineens moet je je voorbereiden op het afscheid.
En dan wordt je leven in één keer totaal anders.
Maar niet alleen op die manier lijden mensen.
Ook aan elkaar kunnen mensen lijden.
Werk dat je te veel wordt, waarin je je niet gelukkig voelt.
Problemen in een relatie, teleurstelling in een medemens.
Onenigheid in de familie, contacten die worden verbroken.
Op zoveel manier kunnen mensen in het leven worden gekwetst.
We zien de zware, moeilijke kanten in het leven vaak als onrecht, als oneerlijk.
We weten dat ons moeilijke dingen kunnen overkomen, maar we zullen er nooit aan wennen.
Dat is ook logisch, want diep in ons ervaren we dat we daarvoor niet geschapen zijn.
Het is de bedoeling dat we gelukkig zijn.
Daarom blijft het moeilijk, als ons tegensalgen overkomen, en stelt het ook vragen aan ons
geloof.
Want het is lastig te rijmen met een God van liefde.
In de bijbel gaat het ook over het lijden dat mensen ervaren.
Want de bijbel is een boek vol ervaringen van mensen met God.
Ervaringen van vallen en opstaan, van tegenslag en geluk, van wanhoop en optimisme.
Die verhalen kunnen ook onze verhalen worden, omdat ze ook over onszelf gaan.
De rode draad in de bijbel is dat God het leven heeft gewild, en dat Hij ons mensen ook iets gegeven heeft van Hemzelf, Zijn liefde.
Daardoor kunnen we echt mensen worden zoals we zijn bedoeld.
Jezus laat zien dat geloven niet altijd gemakkelijk is, maar juist in de diepte van het leven kun je de kracht van het geloof ervaren, ontdekken dat je niet alleen bent, dat Gods liefde je draagt.
Maar daarvoor moet je wel openstaan en soms ook de pijn en de moeite onder ogen durven zien.
Om daar doorheen juist dichter bij God te komen, en ook dichter bij je medemens, bij elkaar.
Jakobus en Johannes zien dat niet, ze zijn alleen op hun eigenbelang gericht, als zij maar de beste plaatsen krijgen.
Ze zien over het hoofd dat het er Jezus om gaat dat je oog hebt voor je medemens en die hoog houdt.
Jezus wijst hen niet af, maar maakt hen wel duidelijk dat ze niet weten wat ze vragen: Kunnen jullie de beker drinken die ik moet drinken of de doop ondergaan die ik moet ondergaan?
De ‘beker’ is symbool van vreugde, maar ook van lijden.
In de hof van Gethsémané zal Jezus nogmaals dit beeld gebruiken: ‘Laat deze beker aan mij voorbijgaan.’
Het tweede beeld is dat van de doop, het ondergedompeld worden in stromend water.
Water is een beeld van dreiging en dood.
Het enige wat Jezus de leeringen in het vooruitzicht kan stellen is, dat zij de lijdensbeker zullen drinken en zullen worden ondergedompeld in het donkere water van de dood.
Een snelle doorbraak naar de top is voor zijn volgelingen niet weggelegd.
Kunnen de broers dat allemaal aan, het lijden, zo vraagt Jezus?
‘Ja, dat kunnen we’, zeggen Jakobus en Johannes.
Dat klinkt nogal gemakkelijk en lichtvaardig.
Als de andere leerlingen horen dat Jakobus en Johannes gevraagd hebben om de beste plaatsen, zijn ze woedend.
Zo gaat dat, als mensen alleen maar gericht zijn op hun eigenbelang, dan ontstaat er onrust en ruzie.
Jezus wijst dan op wat ze om zich heen kunnen zien: ‘De volken worden onderdrukt door hun eigen heersers en hun leiders misbruiken hun macht’.
Heel herkenbaar, ook in onze tijd.
Zoveel machthebbers zijn alleen maar gericht op hun eigen belang en voeren daarvoor oorlogen ten koste van veel mensenlevens, zoals we om ons heen zien.
‘Zo mag het bij jullie niet gaan’, zegt Jezus tegen zijn naaste volgelingen.
Daar begint zijn revolutie.
De leerlingen zullen het verschil moeten gaan maken, zij zullen het goede voorbeeld moeten gaan geven.
Daarom zegt Jezus: ‘Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn.’
Als je groot wilt zijn, moet je juist klein worden.
Dit vergelijkt Jezust met zijn eigen levensweg: ‘De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar juist om te dienen.’
Dienen, dat is moeilijk genoeg, Jezus kent de realiteit.
De leerlingen van Jezus waren gewone mensen, zoals u en jij en ik.
Groot en belangrijk zijn – niets menselijks is ons vreemd.
Macht werkt vaak als een gif.
We zien dat in de politiek, soms in de kerk en misschien ook wel in ons eigen leven.
De verleiding van machtsmisbruik kan iedereen treffen,
Maar de oproep van Jezus klinkt nog steeds, ook tot ons vandaag.
Soms kunnen we zien dat het kan.
Dat het volgelingen van Jezus lukt om anders te zijn dan de wereld om ons heen.
Ook wij kunnen het leren, anders zijn, met vallen en opstaan.
Jezus is helder en radicaal in zijn afwijzing van het misbruiken van macht.
En hij toont ons het antigif van de dienstbaarheid.
Hij laat zien dat werkelijke grootsheid zit in nederigheid, je bent pas echt belangrijk als je de ander, elkaar dient, als wij er zijn voor elkaar.
Zo zette Jezus de wereld op zijn kop, ook onze wereld: De eersten zijn de laatsten, de laatsten zijn de eersten.
Jezus heeft dat zelf zichtbaar gemaakt door zich helemaal te geven voor mensen, tot in de dood.
Dat kan ons allemaal inspireren om net zo radicaal te zijn als Jezus.
Door elk machtsmisbruik af te wijzen.
En onszelf helemaal te geven aan onze medemens, aan elkaar, er in liefde te zijn voor elkaar.
Maar hoe is dat mogelijk?
Hoe kon Jezus dat eigenlijk zelf, toen hij het moeilijk kreeg?
Op de een of ander manier voelde hij zich gedragen door God en had hij de innerlijke rust en kracht om de weg van liefde en dienstbaarheid te gaan.
Hoe kunnen wij dat?
Ik denk dat het erom gaat dat we echt oog hebben voor de ander, je medemens, voor elkaar.
Als je zelf nederig wordt en de ander echt aankijkt, dan krijgt het geloof en de liefde van God een kans.
Ik denk niet dat dat betekent dat je negatief over jezelf hoeft te denken en onderdanig moet zijn, maar wel dat je niet alleen op jezelf gericht bent en dichtbij de ander wilt komen.
Het is dan als kerk belangrijk om een open blik naar buiten hebben.
We zijn hier in de kerk om het leven en het geloof te vieren, maar dan is het ook belangrijk om aanwezig te zijn in het leven van mensen, binnen of buiten de kerk, op momenten die er echt toe doen, van vreugde en verdriet.
Om aandacht te hebben voor mensen die kwetsbaar zijn.
Zoals jullie, Johanna en Sonja, er als ouderlingen mogen zijn voor anderen, en jullie Jacomien en Attie dat mogen blijven doen.
Maar hoe is dat mogelijk?
Want de situatie van de kerk lijkt niet rooskleurig.
Het gaat erom dat het goede nieuws van het evangelie zo oplicht en klinkt dat het weer harten warm maakt en levens raakt.
De vraag is aan een ieder van ons: Worden wij geraakt door het evangelie, door de liefde van God, door de weg die Jezus ging in de kracht van de Geest.
Als we dicht bij onszelf komen en dicht bij God, kunnen we pas echt goed dicht bij de ander, elkaar komen.
De weg naar binnen, naar inkeer, loopt ook weer uit op de weg naar buiten, maar wel op een nieuwe manier.
Het gaat er niet om dat je zelf belangrijk wordt en de beste plaats hebt, het gaat erom dat je de ander in het licht zet en er voor elkaar bent.
Niet de macht staat centraal, maar het dienen van elkaar.
Het is een radicale boodschap, maar dat is wel de weg die Jezus ging.
Wij kunnen dat ook doen, Hem volgen, door onszelf te geven aan een ander, door te leven met en voor elkaar.
Om net als Jezus niet te heersen, maar in liefde te dienen.
En zo het echte leven te vinden!

AMEN

Wilt u per e-mail reageren; klik daarvoor HIER