‘Het leven is een voortdurende uitdaging om hoopvol te blijven’ (4 januari 2019)
We zijn weer aan een nieuw jaar begonnen. Misschien met goede voornemens en hoge verwachtingen. Maar we weten niet wat dit jaar zal brengen. En als je om je heen kijkt, zijn er genoeg dingen waar je niet vrolijk van wordt. En ook in ons persoonlijke leven kan er van alles gebeuren. Hoe kun je dan toch hoopvol in het leven staan?
In het januari-nummer van het blad Volzin wordt theoloog en docent Theo Hettema geïnterviewd over de Franse filosoof Paul Ricoeur (1913-2005), een filosoof van vertrouwen en hoop. Theo Hettema zegt over hem: ‘Hoop is voor Ricoeur niet zomaar een mooie intentie maar iets dat in de werkelijkheid ligt als mogelijkheid en erom vraagt tevoorschijn te komen. Maar let wel: het is een hoop die je voortdurend moet bevechten, omdat zij geen moment de confrontatie met het kwaad uit de weg gaat.’ Voor de hoop is het dus belangrijk dat je niet wegvlucht voor het kwaad, maar het onder ogen ziet. ‘Op het moment dat je weet wat het echte kwaad is, ben je er iet meer aan overgeleverd. Dan is de angel eruit.’
Gebeurt dat eigenlijk wel genoeg? Wordt het kwaad wel bij de naam genoemd? Bijvoorbeeld als mensen over anderen oordelen, hen zelfs veroordelen? En durven we in te gaan tegen het onrecht dat we zien?
Volgens Ricoeur krijg je pas een goed zicht op de mens, als je ook zijn of haar hoop ziet. ‘Een deel van wie jij bent, is ook dat wat je hoopt, waar je van droomt, wat je wilt bereiken. Het is voor hem bij uitstek de taak van de mens: om je levensverhaal; te ontwikkelen, je te laten raken en dat alles in te zetten in een hoopvol handelen.’ Theo Hettema noemt dan als voorbeeld het kerkasiel voor het uitgeprocedeerde Armeense gezin Tamrazyan, in buurt- en kerkhuis Bethel in Den Haag, waar hij als woordvoerder en predikant intensief bij betrokken is. Daarbij wordt ook de angst onder ogen gezien, de angst voor uitzetting, voor de toekomst van vierhonderd kinderen, voor cynisme. Maar die angst heeft niet het laatste woord. ‘Je gaat hoopvol verder, met verhalen, met liederen, met elkaar.’ Welke betekenis heeft God in dit alles? ‘Het spannende van God is dat God er niet is om je te helpen wegdromen, maar jou juist prikkelt om ontvankelijker en openen te staan ten opzichte van de werkelijkheid, en dan vooral ten opzichte van de roep van de ander die daarin klinkt.’
Het gaat er dus niet om het negatieve weg te stoppen, het gaat erom dat onder ogen te zien. Juist vanuit de gebrokenheid kun je komen tot hoop. Dat kan ook ons inspireren,. Het zou mooi zijn als we de moeilijke dingen onder ogen zien, maar van daaruit ook hoopvol in het leven kunnen zijn. Want zoals staat in een gedicht van Vaclav Havel:
‘Diep in onszelf dragen wij hoop.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme,
evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets ertoe doet ongeacht de afloop.’
‘Ik ontmoet God juist in de verstilling van een eeuwenoude liturgie’ (5 oktober 2018)
Dezen woorden van Gertine Blom raken me. Ik las ze op ‘Lazarus’, het online platform van progressieve christenen. In deze tijd is er veel discussie over de liturgie en zoeken veel kerken naar andere vormen om vooral jongeren aan te spreken. Ook Gertine Blom als net-afgestudeerde dominee vond de liturgie saai en versteend. Geen wonder dat de kerken leegliepen. Ze wilde de kerk graag veranderen met nieuwe taal en nieuwe vormen; weg met de oude liturgie. Maar daar is ze een beetje van teruggekomen. Ze woont nu vijf maanden In Engeland en groeit steeds meer in de gewoonten en rituelen van een doorsnee Anglicaanse kerk. Soms bezoeken zij en haar echtgenoot een wat meer evangelische variant binnen de Anglicaanse kerk, waar de liturgie los en informeel is, waar veel meer gepraat wordt, waar een bandje speelt in plaats van een orgel, waar gewaden of kaarsen of vaste teksten geen duidelijke rol hebben. En meer en meer beseft zij: ik ontmoet God niet in de drukke gezelligheid van een informele kerkdienst, maar in de verstilling van de eeuwenoude liturgie. Ze merkte ook dat, hoezeer ze ook probeerde om dingen anders te doen, er toch altijd een logica in die oude liturgie zit waar ze niet om heen kon. Ze begon steeds meer te genieten van kerkdiensten met een strakke liturgie zonder losse, informele momenten, met vaste vormen en oude taal. In haar blog noemt ze drie redenen waarom ze de klassieke liturgie is gaan waarderen: rust, complexiteit en integriteit.
Rust: In kerken waar de liturgie experimenteler en informeler is, is vaak meer onrust. Elke zondag kan de dienst er anders uitzien. Vaak is er ook een moment waarbij je met elkaar ‘moet’ praten. De vaste vormen van een traditionele liturgie scheppen een ruimte waarin ze God kan ontmoeten.
Complexiteit: In de klassiek liturgie zit een vaste volgorde die beweegt van inkeer naar lofprijzing naar bijbellezing naar gebeden naar gemeenschap. Er is een plek voor elke ervaring van het menselijk leven: voor blijdschap, verdriet, dankbaarheid en twijfel. Het gaat over jezelf als gelovige, over het geheel van de gemeente, én over de wereld.
Integriteit: Nadia Bolz-Weber, een Amerikaanse pastor uit Denver, zegt over de klassieke liturgie dat het haar troost dat de kerkdienst niet op haar als voorganger steunt. Het is de liturgie die te vertrouwen is, waar mensen troost in vinden, die dieper en betekenisvoller is dan een rockband en een hippe voorganger.
Gertine Blom vindt dat mooi en ze begrijpt ook opeens iets anders: het vasthouden aan de oude liturgie zorgt ervoor dat de kerkdienst geen show wordt. Ze wil hiermee niet zeggen dat de kerk niet moet veranderen, nieuwe woorden zijn altijd weer nodig. Maar ze vermoedt dat waar de oude liturgie gevierd wordt, ook jonge mensen de verstilling en de ruimte opnieuw zullen ontdekken.
Voor mijzelf geldt ook dat ik God vooral ervaar in rust en stilte, in mooie liederen en inspirerende gedachten, waarbij zeker nieuwe woorden en nieuwe benaderingen belangrijk zijn. En waarbij ook variatie in vormen mogelijk zijn, met aandacht voor verstilling.
Kijken in de ziel (7 augustus 2018)
Deze week ben ik na een paar weken vakantie weer aan het werk gegaan.
Bezig zijn met wat ik altijd inspirerend vind om te doen: Pastorale bezoeken brengen bij mensen, vaak bijzondere contacten en ontmoetingen.
En een dienst voorbereiden voor komende zondag.
Daarvoor is ook rust en stilte nodig, om me te laten raken door de tekst en me bezinnen op de vraag wat deze nu voor mij betekent.
Maar het is op mijn werkkamer wel erg warm …
Een zeer opvallende zomer: Zo’n lange periode van warmte.
Het is prachtig in de vakantietijd, volop genieten.
Maar wat doet die intense warmte met mensen? En met de natuur?
En het bepaalt mij bij de opwarming van de aarde, gevolg van ons eigen handelen.
Je hebt soms ook wel wat verkoeling nodig, zeker om te slapen.
Voor verkoeling zorgt in ieder geval wel de boeiende televisieserie ‘Kijken in de ziel’.
In plaats van heetgebakerde mensen die elkaar vanuit het geloof bestrijden, hier religieuze leiders die allemaal verschillende visies en meningen hebben.
Ze komen allemaal afzonderlijk aan het woord, dus geen heftige discussies.
Hoewel sommigen wel heel duidelijke, vaststaande meningen hebben, waarover geen twijfel mogelijk is.
Maar gelukkig zijn er ook leiders met veel ruimte en ook humor.
En presentator Coen Verbraak stelt goede, kritische vragen, zonder mensen in de rede te vallen. Dat is ook al opvallend tegenwoordig.
Het mooie van het programma is dat het waardevolle van de verschillende religies naar voren komt, en bepaalde denkbeelden die er zijn worden doorbroken.
Het zou toch wel diep triest zijn, als dit soort programma’s niet meer gemaakt worden.
En dat is wel wat er nu dreigt door de bezuinigingen bij de publieke omroep.
‘Kijken in de ziel’ gaat over vragen die mensen bezig houden, over de zin van het bestaan, over God, over keuzes waarvoor je staat, over het einde van het leven.
Ook al gaan mensen minder naar een geloofsgemeenschap of kerk, deze vragen blijven belangrijk.
Het spoort mij in ieder geval aan om ook maar weer eens in mijn eigen ziel te kijken. Hoe sta ik in het leven? En wat betekent voor mij geloof en God?