(februari 2022)
‘Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij zich en zei tegen haar: ‘U bent verlost van uw ziekte,’ en Hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God.’ (Lucas 13: 12-13)
In deze tijd van het jaar worden de dagen langzaam weer wat langer. In ieder geval ‘s middags kun je het al goed merken dat het wat langer licht is. Daar kan ik van genieten, als ik na een bezoek weer naar huis fiets. Ook al is het ‘s winters binnen warm en gezellig, toch heb je behoefte aan licht. Zeker nu het deze tijd vaak grijs is, ben je blij als je weer de zon ziet. Echt winter hebben we dit jaar niet, maar gelukkig was er de terugblikken op de Elfstedentocht van 1997, nu 25 jaar geleden, en zijn er de komende tijd de Olympische Spelen, voor wie van schaatsen houdt.
Lichtpuntjes hebben we wel nodig, nu de berichten in het nieuws onheilspellend zijn: De toenemende spanning rondom Oekraïne, waarbij Rusland een machtsspel speelt. En in ons eigen land was er het schokkende nieuws over grensoverschrijdend gedrag bij het televisieprogramma The Voice of Holland, waarbij jonge meisjes en vrouwen de dupe werden van mannen met macht en invloed. En het trieste is dat het niet alleen daar gebeurt. Het is al weer even geleden dat we de #metoo-discussie hadden, waarbij vrouwen – en soms ook mannen – zeiden: ‘Ik ook.’ Daarmee vertelden ze eindelijk hun verhaal over seksuele intimidatie of seksueel misbruik. Maar blijkbaar is er toch nog niet zoveel veranderd en is er een cultuur van stilzwijgen, waardoor mensen er niet zo gemakkelijk voor uit durven te komen. Door de ongelijke machtsverhouding gebeuren er soms dingen die zij niet willen en die hun eigenwaarde beschadigen. Helaas komen we dit ook in de kerken tegen.
Toch is het positieve dat vrouwen (en mannen) nu voor zichzelf durven op te komen. En opnieuw is de noodzaak aangetoond om te werken aan een rechtvaardiger verhouding tussen mensen, vrouwen en mannen, in onze samenleving. Juist vanuit het geloof kun je zeggen dat ieder mens er mag zijn en respect verdient. En als iemand onrecht wordt aangedaan, is het nodig je stem te verheffen en je verhaal te vertellen.
Maar zal er nu ook iets veranderen? Dat hangt af van ons allemaal.
Hoe gaan we met elkaar om? Hebben we de moed om elkaar echt te leren kennen en niet gericht te zijn op macht? Geven we elkaar de ruimte om onszelf te zijn en respecteren we elkaar? Het is belangrijk om naar elkaar te luisteren en iemand die kwetsbaar is tot steun te zijn.
We kunnen hierbij een voorbeeld nemen aan de houding van Jezus. In Lucas 13 wordt verteld dat hij een vrouw geneest die al achttien jaar lang letterlijk gebukt ging onder een geest die haar ziek maakte. Daardoor was zij helemaal krom gaan staan en kon ze niet meer rechtop lopen. Door Jezus kan zij weer overeind komen, rechtop staan. In ons eigen leven kunnen we ook gebukt gaan onder een zware last en krom gaan staan. Niet letterlijk, maar geestelijk gebogen, door ingrijpende gebeurtenissen in ons leven of door een beklemmend godsbeeld, waardoor we ons minderwaardig en klein kunnen voelen. Er wordt dan wel gezegd: Je gaat er helemaal naar staan. Scheefgroei komt overal voor, niet alleen in persoonlijke levens, maar ook in de maatschappij. Denk alleen maar aan de scheve verhouding tussen rijk en arm en de verharding tussen mensen in deze tijd. Het evangelieverhaal laat zien: Je kunt worden wie je ten diepste bent: Een mens die er mag zijn en rechtop kan staan. En daardoor kunnen we ook een ander, elkaar recht doen. Hopelijk kunnen we ervaren dat er een kracht is die geneest, zoals Catharina Visser het mooi heeft verwoord in een gedicht:
Is er een kracht die geneest,
als wij op de bodem van ons kunnen zijn?
Als wij pijn hebben, ziek zijn,
of eenzaam door de dagen gaan:
is er een kracht die ons doet opstaan?
Kom mij niet aan met mooie woorden.
zeg niet dat lijden een zin heeft, een doel!
Als de afgrond zich opent en er nergens houvast is
troost mij dan niet met andermans pijn.
Kom mij niet aan met schoonheid en zon.
Maar waak met mij in de grot van de smart,
begrijp de volle omvang van mijn klacht.
Kleineer mij niet, laat mij mijn waardigheid.
Wie weet … in de nacht tussen jou en mij
roert zich een Kracht die geneest.